Het grieperige gevoel van de dag ervoor is gelukkig over, maar m’n tandpijn nog niet. Een klier onder m’n tong is opgezwollen en m’n kin is ook dik.
We besluiten dan ook een tandarts op te zoeken. Omdat er echter niet zo heel veel mensen op Kangaroo Island wonen, komt de tandarts maar eens in de zoveel tijd naar Kangaroo Island. Helaas blijkt hij op dat moment niet aanwezig te zijn.
Even zie ik taferelen voor me dat ik opgepikt moet worden door de echte ‘Flying Doctors’ die me dan naar een tandarts zullen vliegen. Ervaar ik nu dan aan den lijve wat het betekent om in zo’n afgelegen gebied in zo’n uitgestekt land te zijn?!?
Nadat de receptioniste van de tandarts mijn verhaal heeft aangehoord en me heeft verteld dat het waarschijnlijk een ontsteking is en dat ik een wortelkanaalbehandeling zal moeten ondergaan, voel ik me te naar om nog te kunnen bedenken dat misschien wel zo’n knappe dokter als dokter Tom mij dan mee zou nemen in zijn vliegtuig.
De ‘Flying Doctors’ zijn echter niet nodig; Kingscote heeft gewoon een huisarts. En die breng ik een bezoekje. Hij schrijft me antibiotica voor. Dat gaat de ontsteking tegen, maar ik moet sowieso naar een tandarts om er iets aan te laten doen. Echt balen dat ik zoiets heb. Moet ik in het buitenland naar een tandarts, terwijl ik in Nederland altijd al blij ben als mijn eigen tandarts er is en niet een of andere vervanger. Maar ja, wat moet, dat moet!
De mensen die me geholpen hebben, zijn wel erg vriendelijk en behulpzaam. Nadat ze bij de dokterspraktijk hadden ontdekt dat ze me te veel hadden berekend, hebben ze de apotheek gebeld, omdat ze hoopten dat wij daar nog zouden zijn. Orange en ik liepen toen echter al weer buiten. De apothekersassistente is ons vervolgens achterna gelopen. Wat een inzet van al die mensen!
En dan is de medische zorg in ene toch niet zo ver weg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten