’s Ochtends brengt Coby ons naar de autoverhuurmaatschappij om de huurauto op te halen; een nieuwe (7 maanden) blauwe Nissan Pulsar.
Achter Coby aan rijden we naar hun huis.
Daar oefenen we nog wat met de auto. Voor mij is het allemaal nog wel bekend, maar voor Marleen is het links rijden en het rijden met een automaat even wennen.
We laden de bagage in, drinken nog wat thee en gaan dan echt op pad.
De eerste stop is Hahndorf, een gezellig plaatsje met Duitse invloeden. Naast de talloze leuke winkeltjes is er ook een Nederlands winkeltje. We kijken er even rond, maar kopen er geen Hollandse dingen. Bij Coby hebben we immers nog hagelslag gehad.
We gaan verder.
Het weer is niet echt super; het waait erg hard. De ‘top soil’, het bovenste laagje aarde, waait van het land. Dat ziet er raar uit. De lucht is grauw, behalve als je naar boven kijkt.
Het is overigens heel slecht voor de gewassen als de ‘top soil’ wegwaait.
Als we bij Bordertown aankomen, begint het al snel donker te worden. We gaan dus maar op zoek naar onderdak. Voor 25 Australische dollar huren we voor een nachtje een caravan op een caravanpark.
De caravan is erg basic en dat is de keuken op het caravanpark ook. Maar we redden ons er mee.
Ik pleeg nog wat telefoontjes, we drinken thee en schrijven in onze dagboekjes. En dan kruipen we in onze slaapzakken.
Morgen is er weer een dag…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten