’s Ochtends word ik, iets voordat mam me wakker zou maken, wakker. Ik heb als een blok geslapen zonder ’s nachts ook maar een keertje wakker te worden. Dat valt me alles mee; in verband met de jetlag had ik verwacht onrustiger te slapen. Pap schijnt toen ik nog maar twee minuten in bed lag nog even bij me geweest te zijn, maar ik was al vertrokken.
We gaan naar de aula, waar we oma voor de laatste keer nog even kunnen bekijken.
Langzaamaan komt er steeds meer familie de aula binnen. Met z’n allen vertrekken we daarvandaan naar het crematorium. Wel een raar idee dat oma in die kist, de ‘schatkist’ volgens een achternichtje van 9, ligt. Ik kan het nog steeds niet helemaal beseffen.
Als ik tante Matje in het crematorium zie, vlieg ik haar in de armen. Erg leuk om haar te zien!
Met de ‘Second Waltz’ van André Rieu, ‘Reheu’ volgens oma, lopen we de zaal binnen. Terwijl de andere mensen binnenkomen, zit ik steeds om te kijken; veel mensen zie ik daar voor het eerst weer terug.
M’n moeder en m’n tante houden ieder een speech. Mam vertelt over oma, haar schoonmoeder, vanaf dat zij oma heeft leren kennen en m’n tante vertelt dingen van voor die tijd. Ik hoor dingen die ik helemaal niet wist.
Destijds was bijvoorbeeld het consultatiebureau bij opa en oma in huis. Als laatste ging mijn tante daar dan altijd heen met haar poppen. Die werden dan gewogen en ze kreeg voedingsadvies. Ik zie het helemaal voor me!
Leuk dat mijn tante, met af en toe een vrolijke noot, oma’s levensverhaal vertelt. Ook mamma’s speech is mooi en soms ontroerend.
‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld wordt ook nog gedraaid. Daar moeten we bij staan. Marjolein had mijn hand al vast; maar tante Matje, die aan de andere kant staat, geeft me een arm. Voor haar is dat eveneens een emotioneel lied; we hebben dat nummer bij de crematie van opa immers ook gedraaid.
Tot slot wordt er nog een mooi panfluitstuk gedraaid. Met de familie gaan we om de kist staan en worden er rozen van de achterkleinkinderen op de kist gelegd. Ik vind dat een ontroerend moment, vooral wanneer een van mijn neven de roos namens zijn zoontje van 8 maanden, toen oma’s jongste achterkleinkind, neerlegt. Denkende aan zo’n kleine, lieve baby op zo’n crematie is zo tegenstrijdig; hij heeft nog z’n hele leven voor zich en komt net kijken, terwijl oma’s boek uit is.
Daarna is er koffie en thee met broodjes, waarna iedereen ons kan condoleren. Veel mensen beginnen tegen mij over mijn reis.
Later gaan we met bijna de hele familie naar het huis van pap en mam, daar eten we met z’n allen soep en broodjes. Een mooie afsluiting van de crematie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten